Essays by Topic:
Essays by Language:

Ayn Rand en ethisch egoïsme

July 4, 2021

In de Filosofie Scheurkalender (6 juni 2021) las ik vanmorgen de volgende quote van Ayn Rand: "Leven kan alleen voortbestaan door een constant proces van zelfbehoudende actie. Het doel van die actie, de ultieme waarde welke, om die te behouden, gewonnen moet worden door elk moment, is het leven van het organisme." (uit: The Virtue of Selfishness (1964)).
Dit citaat roept bij mij zoveel protest op, dat ik er even grondig naar wil kijken. Wat staat hier nou eigenlijk?
Mijn eerste associatie is dat hier het darwinistische principe van "survival of the fittest" tot morele waarde wordt verklaard. En dat natuur en cultuur op één hoop worden gegooid, waar ethiek in mijn beeld vooral een cultureel iets is en minder iets wat inherent is in de natuur van organismen.

lees verder...

Rechtspersoonlijkheid voor de natuur

July 4, 2021

De Correspondent had op 3 mei 2021 een stuk van Jessica den Outer getiteld "Onze planeet leefbaar houden? Geef bossen en rivieren rechten". Dit artikel is een pleidooi voor het verankeren van de intrinsieke waarde van de natuur in de vorm van rechten die worden toegekend aan rechtspersonen. Volgens Den Outer is het huidige recht antropocentrisch, en is dat een belangrijke oorzaak van het in het gedrang komen van de natuur. Zij pleit voor twee zaken: het erkennen van rechten van de natuur en het strafbaar stellen van "ecocide": het moedwillig toebrengen van grootschalige beschadiging of vernietiging aan de natuur.
Mijn gevoel hierbij is niet goed. Het doet mij sterk denken aan het essay van Rob Wijnberg in "Nietzsche en Kant lezen de krant", getiteld "Waarom we dieren nooit rechten moeten geven". Het probleem hiermee is dat in dat geval mensen zich opwerpen als vertegenwoordiger van het dier, en uit diens naam de macht kunnen grijpen. Bij het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan bossen en rivieren speelt precies hetzelfde.

lees verder...

An Alternative Definition of Fascism Based on an Ethical Framework

April 19, 2020

Defining fascism is a notoriously difficult scholarly task. Most definitions up till now have been empirical, based on common characteristics of fascist movements in practice. These definitions do not really get to the core of what is the essence of fascism and what makes it inherently dangerous. In this essay, I will posit that it is possible to define fascism by positioning it within ethical categories, and that the resulting definition is approximately equivalent to existing definitions, to which I compare it. The definition I propose is the following:

"Fascism is collaboration between moral supremacy and nihilism, aimed at the violent implementation of a morally superior society."

In this essay I will explain the essence of what I mean with this definition, and how past and current movements measure up to this definition. At the end I will discuss some applications of my alternative definition in combating fascism.

Updated version

continue...

Verkenning van de Vrijheid

Mei 2012

In het kader van Bevrijdingsdag, een uitstapje naar het begrip “vrijheid” en de betekenis die daaraan in het kader van Bevrijdingsdag wordt gehecht. Wij vieren “de vrijheid”, maar welke vrijheid gaat het precies om?

Als je kijkt naar het transcendente vrijheidsbegrip, zoals Immanuel Kant dat heeft gedefinieerd, dan komt vrijheid neer op de mogelijkheid die ieder mens op ieder moment heeft om moreel gezien juist (of zedelijk) te handelen. Deze vrijheid is op zich niet nader te bewijzen of te doorgronden, en is ook niet af te nemen. En dat betekent vervolgens dat dit vrijheidsbegrip niet datgene is waarover Bevrijdingsdag gaat. Deze transcendente vrijheid is immers een gegeven, en bevrijding of onvrijheid is in dezen dus een onmogelijk iets, of zoals Kant waarschijnlijk zou zeggen: ieder mens is altijd in staat om moreel juist te handelen en mag nooit een beroep doen op externe omstandigheden zoals “onvrijheid” om immoreel handelen te rechtvaardigen.

Voor mij is dus duidelijk dat Kants vrijheidsbegrip hier niet relevant is, en dan is vervolgens de vraag: welk vrijheidsbegrip dan wel? Waar het hier om gaat is een machtsvraagstuk. Ik denk daarom dat het instrumentarium van Michel Foucault mij wat meer gaat helpen. Vrijheid of onvrijheid gaat hier om de mate waarin er sprake is van een zodanige machtsongelijkheid dat er sprake is van dominantie, dat wil zeggen dat één partij volledig controleert wat de andere partij mag en kan doen. De gedomineerde partij kan zich hier alleen tegen verzetten door te protesteren, geweld te gebruiken of te vluchten, maar verandert daarmee niet de machtspositie van de dominerende partij.

Over welk soort dingen gaan de machtsstrijden dan die bepalen of er wel of geen sprake is van vrijheid?

lees verder...

Modern French philosophers

July 2005

This document is a short abstract of the Dutch compilation “Moderne Franse filosofen” by Th. de Boer et al., Kok Agora, Kampen, Netherlands, 1993. This booklet contains eight transcripts of lectures given at the University of Amsterdam in 1992.
They concern the following philosophers respectively:
Michel Foucault, Paul Ricoeur, Luce Irigaray, Jean Baudrillard, Emmanuel Levinas, Jacques Derrida, Jean-François Lyotard and Julia Kristeva.
All of them are modern day philosophers who have performed their philosophic work mostly in Paris.

continue...

Capitalism versus Netocracy - De Soto vs. Bard and Söderqvist

October 21, 2003 - August 5, 2004

In his book "The Mystery of Capital", Hernando de Soto argues that the reason the Third World lags behind the West is the fact that the Third World lacks formal property systems which allow assets to be turned into capital.

In the prophetic book "Netocracy" by Alexander Bard and Jan Söderqvist, it is argued that the emergence of Internet as a means for distributing information and building networks will lead to a new power hierarchy, in which people with supreme knowledge and networking skills will rule over everyone else, including capitalism’s elite: the bourgeoisie. Bard and Söderqvist argue that informationalism will make capitalist institutions, such as the enterprise, the nation state and the university, obsolete.

The problem I have with these two books is that they both state a case which is, to me, plausible, but that I feel they are in some ways contradictory. This bugs me, because both books have essential elements in them which are, and have been, decisive for my personal future.

In this document I will try to find out what the discrepancy is, and I will examine ways in which to resolve this discrepancy. Ultimately I hope to be able to choose one way to incorporate both views into my personal world view. I might have to disregard some things from either theory to achieve that.

continue...

Mobilisme en totalisme; antropologie en ethiek

Januari 2003 - Augustus 2004

Het boek "Netocracy; the new power elite and life after capitalism" van Alexander Bard en Jan Söderqvist zet mij flink aan het denken over de begrippen mobilisme en totalisme, en de rol van de ethiek in een op mobilisme gebaseerde samenleving. De reden waarom dit mij zo intrigeert is dat ik zelf een aanhanger ben van het gedachtegoed van Kant, dat door Bard en Söderqvist als totalistisch wordt betiteld, terwijl ik ook in het mobilistische denken veel van mijn eigen gedachten terugvind.

De mobilistische stroming in de filosofie wordt gedomineerd door filosofen als Nietzsche en Deleuze, en in vroeger tijden Heraclitus en het Taoisme; de totalistische stroming vindt zijn oorsprong bij Socrates en Plato, en mondt uit richting Kant en Marx, waarbij Kant al wel mobilistische trekjes in zijn filosofie heeft.

Het totalisme kenmerkt zich door de veronderstelling dat er een zekere absolute waarheid of goedheid bestaat, gerelateerd aan het doel van het menselijk bestaan. Het mobilisme stelt dat de mensheid geen doel heeft, maar dat er slechts sprake is van een continue beweging; volgens Nietzsche: alles wordt iets, niets is iets. Daarbij wordt de identiteit van een individu bepaald door krachten die tussen dat individu en andere groepen of individuen werken. Die krachten zijn continu in beweging.

Het totalisme zoekt naar antwoorden op vragen die mensen zichzelf stellen in de zin van: hoe dien ik in deze situatie te handelen? Kant heeft bijvoorbeeld een aantal fundamentele principes geformuleerd aan de hand waarvan een mens zijn eigen route zou moeten willen bepalen. Het mobilisme benadert dergelijke vragen veel pragmatischer. De juiste manier om te handelen is die manier die door jouw omgeving wordt geaccepteerd. Het mobilisme redeneert vanuit de omgeving naar het individu toe, terwijl het totalisme redeneert vanuit het individu.

Mijn vraag is vooral hoe tegenstrijdig deze visies nou helemaal zijn, als je ziet dat zowel Kant als de Bijbel stelt dat je in contact met de medemens jezelf in de plaats van de ander moet denken. Ook daar wordt dus gesteld dat je moet kijken naar je omgeving om zelf goed te kunnen handelen. Ik heb het gevoel dat er twee dingen tegenover elkaar worden geplaatst die helemaal niet zo tegenstrijdig zijn.

lees verder...

Michel Foucault, a short summary of his world vision

August 2004

Michel Foucault (1926-1984), French philosopher / historian

Foucault is a philosopher who sees philosophy not as a search for truth, as most contemporary philosophers have done. Foucault is not concerned with arriving at some final, objective truth, but with finding out why Western culture has been so dominated by the search for truth. “Why truth?” Foucault asks.

He started his philosophical career investigating the institutions of the nation state which are aimed at influencing human behaviour. His focus was especially aimed at mental institutions and prisons, and their relation to the shifts in the dominant boundary between good and bad behaviour, or sane and insane minds, over a period of time. This research uncovered the role of the nation state in defining ‘good’ and ‘bad’, ‘sane’ and ‘insane’, and showed this power of definition was used primarily for the good of the state itself.

continue...