Essays by Topic:
Essays by Language:

Integratie: dat hangt er maar helemaal vanaf waarin!

Integratie is een proces dat zich afspeelt in het spanningsveld tussen individuele identiteit en de normen en waarden van verschillende groepen.

Vanaf een bepaalde leeftijd nemen mensen deel aan meerdere groepen en ervaren daarbij bewust verschillen in normen. De waterscheiding ligt ergens rond de 10 jaar. De een is jonger dan de ander wanneer deze zich bewust wordt van het fenomeen groepsvorming, maar groepsvorming begint pas echt onder de middelbare schooljeugd. Op jongere leeftijden is dat proces nog niet sterk genoeg om van integratieproblematiek te spreken. Jonge kinderen zijn ook nog niet bezig met identiteitskwesties. Groepskwesties op die leeftijd komen veelal voort uit de houding van ouders ten opzichte van bepaalde groepen.

De eerste groep waar eenieder deel van uit maakt is de eigen familie. Deze kan op haar beurt weer geworteld zijn in bepaalde grotere groepen. Op een zekere leeftijd vind je een vriendengroep die een zekere eigen identiteit heeft. Als die vriendengroep en de grotere verbanden waarin die zich begeeft weinig overlap vertonen met de groepen waaraan je familie gelieerd is dan kunnen spanningen ontstaan. Die kunnen van individuele psychische aard zijn (identiteitscrisis) of je kunt geheel of gedeeltelijk buitengesloten worden in een van de groepen (groepsnormen), doordat de ene groep zich actief afzet of distantieert van de andere groep. Deze twee spanningen kunnen elkaar versterken.

In sommige gevallen is het mogelijk om met deze spanningen om te gaan door jezelf maar beperkt bloot te geven of een van de groepsculturen te veranderen. In andere is er geen andere optie dan uit een groep te stappen. En in de regel op zoek te gaan naar een andere groep die geen conflicten oplevert met je resterende groepslidmaatschappen.

Wat is integratie nu precies? Om het debat zuiver te voeren is het zaak om dit begrip scherp te definiëren. Het debat wordt gevoerd op het niveau van individuen: “het individu moet integreren in de Nederlandse samenleving”. Het vervelende is alleen dat de Nederlandse samenleving een samenraapsel is van allerlei groepen die elkaar voor een deel ook weer uitsluiten. GroenLinkse neo-nazi’s ken ik bijvoorbeeld niet: deze groepen (GroenLinksers en neo-nazi’s) overlappen elkaar niet of nauwelijks en zetten zich actief tegen elkaar af. “De” Nederlandse samenleving is dus geen groep, en je kunt er dus ook niet rechtstreeks in integreren. Als individu bepaal je van welke groepen je deel wilt uitmaken (en hoopt dat die jou ook accepteren). De samenhang van de samenleving in een bepaald geografisch gebied (bijvoorbeeld de gemeente Amersfoort) wordt bepaald door de mate waarin subsystemen van groepen zijn te onderkennen die nauwelijks overlap vertonen met andere subsystemen. Zijn er grote groepen van de bevolking die compleet langs elkaar heen leven?

In de tijd van de verzuiling was dat overduidelijk wel het geval. Elke zuil had zijn eigen verenigingen, winkels, scholen, wijken en zelfs complete dorpen. Er was sprake van verregaande segregatie en de groepen zetten zich onderling tegen elkaar af. Dit laatste gebeurde echter wel op een gematigde wijze: de ene groep distantieerde zich wel van de ander maar accepteerde wel diens bestaan.

Ook nu speelt dit fenomeen, alleen moeten we dan wel goed kijken waardoor de verschillende subsystemen worden gekenmerkt. Om daar een zuiver en compleet beeld van te krijgen is het ook zaak om de groepsvormingsprocessen op middelbare scholen goed te volgen en te bestuderen. Je kunt niet volstaan met alleen te kijken naar bestaande organisaties.

Als de kinderen op puberleeftijd met elkaar mengen, en dus geen groepen vormen waarin de groepsbinding van de ouders is terug te herkennen, dan is het integratieproces volop gaande en is ingrijpen niet nodig. Hierbij moet ook worden gelet op de schoolkeuze van de leerlingen na de basisschool; hierin spelen ouders vaak nog een heel bepalende rol en de groepsbinding van de ouders kan daardoor leidend zijn in de keuze van de middelbare school (“ik stuur mijn kind naar de witte school in Zeist want al onze kennissen doen dat ook”).

Het integratieproces speelt zich dus primair af tussen groepen mensen en de subsystemen van groepsverbanden die zij onderling vormen. Het integreren is het onderling mengen van die groepen. Dit is niet op individueel niveau te bepalen. Je kunt niet zeggen dat Mohammed B. niet was geïntegreerd in de Nederlandse samenleving, want de groepen waarvan hij deel uitmaakte zijn onderdeel van de Nederlandse samenleving. Alleen maken die groepen wel onderdeel uit van een subsysteem van radicale fundamentalisten, dat weinig overlap vertoont met andere groepen binnen de Nederlandse samenleving, en zich actief verzet tegen de cultuur in die andere groepen.

Integratie is de mate waarin mensen onderling groepsverbanden aangaan die onafhankelijk zijn van de groepen waaraan hun ouders deelnemen of deelnamen. Het integratieproces speelt zich in belangrijke mate af onder kinderen. Op de basisschool moet de drempel worden geslecht en op de middelbare school worden de vriendengroepen gevormd.

Integratie is een proces dat door ouders van kinderen behoorlijk kan worden gefrustreerd. Dit geldt overigens voor alle groepen waaruit de ouders afkomstig zijn; als deze trachten te voorkomen dat hun kinderen zich associëren met kinderen waarvan de ouders uit een minderwaardig geachte groep afkomstig zijn, dan werkt dat de integratie zeer tegen.

Om een lang verhaal kort te maken: integratie kun je op verschillende niveaus beschouwen.

Ten eerste van individuen in groepen, welke wordt bepaald door:

  • de mate waarin het individu vrij is om zijn groepslidmaatschappen te kiezen en daarbij niet geremd wordt door reeds bestaande groepslidmaatschappen
  • de mate waarin groepen accepteren dat individuele leden ook van andere groepen lid zijn die er andere normen en waarden op nahouden
  • Ten tweede van groepen in de samenleving, waarbij ik voor de duidelijkheid beter segregatie kan definiëren (waarvan integratie in dit geval het tegengestelde is):

  • de mate waarin groepen geneigd zijn om te clusteren tot subsystemen die een eigen segment van de samenleving vormen
  • de mate waarin de samenleving geneigd is om verschillen in normen en waarden te benadrukken, waardoor subsysteemvorming (segregatie) in de hand wordt gewerkt
  • Het integratieproces is dat (ongrijpbare) proces dat zorgt voor een toename van de mate van vrijheid en acceptatie en een afname van de neiging tot segregatie.

    De Nederlandse samenleving heeft momenteel een grote neiging om verschillen (met name tussen ‘christenen’ en ‘moslims’) uit te vergroten, waardoor segregatie juist in de hand wordt gewerkt. Deze nadruk op verschillen werkt door in de vrijheid van individuen om zelf hun groepslidmaatschappen te kiezen. Dit gebeurt doordat binnen groepen intolerantie jegens lidmaatschappen van andere groepen wordt aangewakkerd.

    Het is niet terecht om voor dit proces van geleidelijke segregatie alle betrokken individuen rechtstreeks verantwoordelijk te houden. Het gemiddelde individu kan daar namelijk in de regel niets aan veranderen. Alleen leiders kunnen dat.

    Michiel van de Sande, 30 november 2004